Superdiversiteit
In theorie:
Superdiversiteit is een term die wordt gebruikt in de sociale wetenschappen om te verwijzen naar een nieuwe fase in de demografie die opkwam na het einde van de Koude Oorlog, gedreven door veranderingen in migratiepatronen en de opkomst van het internet. Naast een sterke toename in diversificatie in de algemene zin, is het hoofdkenmerk van deze nieuwe fase de ‘diversiteit binnen de diversiteit’. Hierin zijn migrantenpopulaties zeer complex en gelaagd zijn geworden, op bijvoorbeeld het gebied van cultuur, religie, socio-economische achtergrond en generatie. De term is bedacht door socioloog en antropoloog Steven Vertovec.
In de praktijk:
In de praktijk spreekt men van een ‘superdiverse’ stad met als voorbeeld Amsterdam, Den Haag of Rotterdam, waarbij de overgrote meerderheid van de inwoners van de stad bestaat uit cultureel/ etnische minderheden (majority-minority city). Een fenomeen wat niet alleen voor de Nederlandse context van toepassing is maar ook voor andere grote Europese steden. Het concept ‘superdiversiteit’ refereert daarom ook naar de wijze waarop naar integratie wordt gekeken. Het proces van superdiversiteit heeft dus gevolgen voor identiteitsvorming (‘wie is migrant?’). In het onderwijs zorgt superdiversiteit ook voor verschillende vraagstukken, zoals bijvoorbeeld het pedagogische vermogen van docenten met het omgaan van een superdiverse klas.
Maatschappelijk discussie:
Er zijn over het algemeen twee reactionaire processen op superdiversiteit te identificeren:
- Integratie voor iedereen: Zij die diversiteit als de nieuwe norm accepteren zullen erkennen dat nu er geen duidelijke meerderheid meer is om in te integreren. In plaats daarvan wordt verondersteld dat iedereen zich aan iedereen aanpast.
- Nationalisme en uitsluiting: Uit angst voor het verliezen van ‘de nationale identiteit’ en de dominante positie in de maatschappij kunnen nieuwe vormen van nationalisme ontstaan onder de oude meerderheidsgroep, waarin diversiteit wordt afgewezen en bepaalde groepen die als de ‘Ander’ worden gezien uitgesloten. Deze xenofobie kan zich manifesteren in gematigde, impliciete en extremere vormen van discriminatie.