Validisme
In theorie:
Validisme is een term gebruikt voor de discriminatie, marginalisering en stigmatisering van mensen met een functiebeperking op grond van hun lichamelijke en/of verstandelijke gesteldheid. De beperkingen kunnen visuele, auditieve en motorische handicaps zijn, stoornissen in taal (dyslexie), rekenen (dyscalculie), informatieverwerking (autisme), aandacht (AD(H)D, spraak, uithoudingsvermogen, geheugen/concentratievermogen en orgaanfuncties, maar ook fobieën, depressies, epilepsie, reuma, ME, chronische RSI en zware migraine.
In principe is validisme gebaseerd op de aanname dat mensen met een functiebeperking zich moeten aanpassen aan de rest van de samenleving; niet andersom. Net als bij racisme en seksisme wordt een gehele bevolkingsgroep weggezet als ‘minder dan’ op basis van een aspect van hun identiteit. Mensen met een functiebeperking worden zo niet alleen materieel benadeeld (ontoegankelijkheid), maar ook sociaal: vaak worden mensen met een functiebeperking onzichtbaar gemaakt en/of gereduceerd tot hun beperking en schadelijk stereotyperingen.
In de praktijk:
In de praktijk kan validisme verschillende vormen aannemen, zoals:
- Gebrek aan naleving van wetten m.b.t. gehandicaptenrechten
- Scholieren met een beperking scheiden van andere scholieren (d.m.v. bijvoorbeeld speciaal onderwijs)
- Het gebruik van dwang of afzondering als middel om scholieren met een beperking ‘onder controle te houden’
- Toegankelijkheid niet opnemen in ontwerpplannen van gebouwen
- Gebouwen zonder braille op borden, liftknoppen, etc.
- Ontoegankelijke websites bouwen
- De veronderstelling dat mensen met een beperking ‘normaal’ willen of moeten worden
- ‘Grappen’ over handicaps maken of mensen met een handicap bespotten
- Weigeren om redelijke aanpassingen te doen
- De eugenetica-beweging van de vroege jaren 1900
- De massamoord op mensen met een handicap in nazi-Duitsland
‘Alledaags’ validisme kan iets implicietere vormen aannemen:
- Het kiezen van een onbereikbare locatie voor een bijeenkomst of evenement, waardoor enkele deelnemers worden uitgesloten
- Handicap als tragisch of inspirerend beschouwen in nieuwsverhalen, films en andere populaire vormen van media
- Een acteur zonder functiebeperking te casten om een personage mét functiebeperking te spelen in een toneelstuk, film, tv-programma of commercial
- Een film maken zonder audiodescriptie of ondertiteling
- Praten met een persoon met een handicap alsof ze een kind zijn; over hen praten in plaats van rechtstreeks met hen; of namens hen spreken
- Opdringerige vragen stellen over de medische geschiedenis of het persoonlijke leven van iemand met een handicap
- Het negeren of ontkennen van niet-lichamelijke beperkingen
- Vragen: ‘Hoe ben je gehandicapt geraakt?
Deze kunnen ook de vorm van microaggressies in gesprekken aannemen, die impliceren dat een beperking iets negatiefs en abnormaal is, in plaats van iets dat een normaal en onontkombaar feit is in het leven van sommige mensen:
- “Je bent zo achterlijk.”
- “Die vent is gek.”
- “Je gedraagt je vandaag zo bipolair.”
- “Ze is echt een psychopaat.”
- “Ik ben soms echt een autist.”
- “Ik maak zo graag schoon, ik heb echt OCS.”
- Het gebruik van denigerende termen (bv. mongooltje, downie, gestoorde, idioot, achterlijke, zwakzinnige)
- Het gebruik van termen die mensen met een functiebeperking reduceren tot hun beperking (bv. behandicapte, blinde, dove)
Wat kun je doen om validisme te herkennen en tegen te gaan?
- Geloof mensen als ze zeggen dat ze een beperking hebben
- Luister naar mensen als ze om toegankelijkheid vragen
- Ga er niet vanuit dat je weet wat iemand nodig heeft
- Raak nooit een persoon met een handicap of hun mobiliteitshulpmiddel aan zonder toestemming
- Houd opdringerige vragen voor jezelf
- Spreek niet namens iemand met een handicap, tenzij zij daar expliciet om vragen
- Praat over beperkingen en validsime met kinderen, jongeren en binnen je instelling
- Verwerk toegankelijkheid in uw evenementenplanning (lees hier meer over)
- Lees hier meer over antivalidisme en bondgenootschap.
In het onderwijs:
- Passend onderwijs: Passend onderwijs is de naam voor de manier waarop vanaf 1 augustus 2014 extra ondersteuning voor leerlingen wordt georganiseerd. Het is geen aparte schoolsoort. Het geldt voor alle basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs.
- Speciaal onderwijs: Het speciaal onderwijs is er voor leerlingen die specialistische of intensieve onderwijsbegeleiding nodig hebben. Er is speciaal basisonderwijs (sbo), speciaal onderwijs (so) en voortgezet speciaal onderwijs (vso).
- Inclusief onderwijs: In het hoger onderwijs wordt beleid voor studenten en medewerkers met functiebeperkingen meestal geschaard onder ‘inclusief onderwijs’, samen met andere achtergestelde groepen.
Bronnen:
https://www.accessliving.org/newsroom/blog/ableism101/
http://www.carrieretijger.nl/opleiding/ho/functiebeperking
https://journalistiekzwolle.nl/capabel/2018/03/30/de-correcte-term/
Meer informatie op Expertise Centrum Inclusief Onderwijs (ECIO)