Pedagogy of Excellence

Pedagogy of Excellence

 

In theorie:

‘Pedagogy of excellence’ is een perspectief op diversiteit bedacht door dr. Adolfo Bermeo. Bermeo was directeur van het Academic Advanced Program (AAP) van de University of California, Los Angeles, en richtte zich op het verminderen van studie uitval in de VS. Bij pedagogy of excellence vormt excellentie het vertrekpunt voor het denken over diversiteit, en dus over excellentie. Elke leerling moet door middel van maatwerk en begeleiding zich kunnen ontplooien aan de universiteit.

In de praktijk:

Bij een pedagogy of excellence aanpak past het onderwijsinstituut zich aan aan de specifieke behoeftes van de student. Voorbeelden van methodes zijn studieadviseurs met open-deur beleid, workshops voor collaborative learning, (student) mentoring, ‘summer bridge programs’ voor inkomende studenten en studiebeurzen. 

Maatschappelijke discussie:

Pedagogy of excellence is ontwikkeld op basis van de conclusie dat het deficiëntieperspectief op diversiteit niet werkt bij de bevordering van studiesucces.

  • Deficiëntieperspectief: Lange tijd is de aandacht binnen het beleid van overheid en onderwijsinstellingen vooral gericht geweest op de problematiek van achterstanden en deficiënties, bijvoorbeeld bij eerstegeneratiestudenten.
  • Focus op excellentie: ‘Pedagogy of excellence’ is ontstaan op basis van de conclusie dat het deficiëntieperspectief niet bijdraagt aan de bevordering van studiesucces. Bermeo’s visie is dat studenten het gevoel moeten krijgen dat er van hen veel verwacht wordt en dat ze dat ook aan kunnen. Studenten van kleur, met een migratieachtergrond, en eerste generatie studenten moeten worden gestimuleerd in plaats zich voelen dat ze niet goed genoeg functioneren binnen het onderwijssysteem. Anders krijgen ze het gevoel dat ze eigenlijk niet thuishoren op de universiteit.