Studiesucces
In theorie:
Met studiesucces wordt gekeken naar de studievoortgang van verschillende (groepen) studenten, wat een maatstaf kan zijn voor inclusie en gelijkwaardigheid. Studiesucces wordt vaak gemeten aan de hand van de uitval in het eerste jaar en het aantal studenten dat de studie binnen de nominale periode afrondt.
De brede definitie van studiesucces omvat de persoonlijke ontwikkeling van de student, de maatschappelijke betrokkenheid van de student gedurende de studie en de ontwikkeling die de student hierin doormaakt tot het moment van afstuderen. Hierin wordt iedere individuele student in ogenschouw genomen.
Er wordt veel onderzoek gedaan naar de factoren die een rol spelen bij studiesucces. Hierbij gaat het om zowel structurele of maatschappelijke factoren, die vaak aan het licht komen als gehele leerlingengroepen benadeeld blijken te zijn, als om individuele factoren (bijv. leerstijlen, leerproblemen en gezinssituatie).
In de praktijk:
In de praktijk zijn er verschillende visies op studiesucces. Studiesucces in termen van uitval of resultaten op basis van cijfers is een eenzijdige kijk in relatie tot D&I. Men kan ook spreken van succes in onderwijs toegankelijkheid, het verhogen van student motivatie, verhogen van sense of belonging. Succes in relatie tot D&I kan ook betrekking hebben op succesfactoren die bijdragen aan verandering binnen de instelling, hier is niet enkel kwantitatieve data voor nodig maar ook zeker kwalitatieve data.