Kernelement | ARTIKEL
Intersectionaliteit: de realiteit van diversiteit
Eerste publicatie: 6 mei 2022 | Laatst bewerkt: 31 oktober 2024
Auteur: Pravini Baboeram, programmamanager ECHO Expertisecentrum Diversiteitsbeleid
In deze bijdragen zet Pravini Baboeram, programmamanager bij ECHO, de leidende principes van het Teaching Learning Center uiteen. Deze drie concepten vormen het vertrekpunt voor een vorm van diversiteit en inclusie die recht doen aan de realiteit van verschillende groepen. Hierdoor zijn deze drie principes ook dé rode draad in alle originele bijdragen gepubliceerd op het Teaching Learning Center. In dit artikel gaat Pravini in op het kernelement intersectionaliteit.
Stel dat een universiteit in het kader van diversiteit en inclusie een quotum instelt voor diversiteit, met als streven om 50% vrouwelijke hoogleraren te bewerkstelligen. Stel nu dat die 50% is bereikt, maar dat alle vrouwelijke hoogleraren wit zijn. Zou jij vinden dat de universiteit geslaagd is op het gebied van inclusie?
Mensen die vanuit een intersectioneel perspectief naar de wereld kijken zouden beargumenteren van niet. Intersectionaliteit, een concept geïntroduceerd door Kimberlé Crenshaw, analyseert hoe mensen verschillende vormen van uitsluiting gelijktijdig kunnen ervaren. Zo kunnen vrouwen van kleur zowel racisme ervaren, vanwege hun kleur, als seksisme, vanwege hun gender. Intersectionaliteit probeert hiermee vormen van uitsluiting die doorgaans als gescheiden worden gezien met elkaar te verbinden.
Daarnaast biedt intersectionaliteit ook een kritiek op de witte norm die leeft in veel instellingen. Als we opnieuw kijken naar het vraagstuk van quota en het streven om meer vrouwelijke hoogleraren te krijgen, dan wordt vanuit een intersectioneel perspectief geen genoegen genomen met alleen maar witte vrouwen. Want hoe inclusief is een instelling als er nog steeds geen ruimte lijkt voor vrouwen van kleur?
Sommige mensen zullen stellen dat kleur er niet toe doet. Dat ervaringen met seksisme voor alle vrouwen overeen zullen komen en dat daar juist kansen liggen voor verbinding. Vrouwen lopen tenslotte tegen dezelfde systeem aan. Toch denken veel vrouwen van kleur hier anders over. Want hoewel het systeem inderdaad hetzelfde is, zullen de interacties met dat systeem verschillen. Het zijn deze verschillen waar intersectionaliteit op focust.
Concreet voorbeeld: een vrouwelijke student die zich als moslima identificeert en ervoor kiest om een hoofddoek te dragen mag geen Officier van Justitie worden, vanwege het zogenaamde gebrek aan neutraliteit. Haar toekomstperspectieven worden hiermee ondanks haar eventuele ambities om Officier van Justitie te worden beperkt. Een witte vrouwelijke student die zich als christen identificeert mag wel Officier van Justitie worden, haar neutraliteit wordt niet ter discussie gesteld. Beide vrouwen kunnen in de samenleving te maken krijgen met seksisme, maar het vertrouwen in neutraliteit, en daarmee de kansen om ambities te verwezenlijken, wordt slechts aan één van hen gegund.
Nu kan in dit voorbeeld worden gesteld dat de moslima wel degelijk de kans heeft om Officier van Justitie te worden, als ze maar haar hoofddoek afdoet. Maar hoe inclusief is dat? Waarom moet zij een deel van haar identiteit verbergen als het geen invloed heeft op haar professioneel handelen, net zoals de christelijke identiteit van de witte student geen invloed zal hebben op haar professioneel handelen? Een antwoord dat vaak wordt gegeven is dat het gaat om wat je uitstraalt en dat het niet zozeer gaat om hoe de persoon zichzelf ziet, maar om hoe de samenleving deze persoon ziet. De realiteit is dan dat een gesluierde vrouw niet als neutraal wordt gezien. Dit laat precies het punt zien van intersectionaliteit, een individu kan niet ontkomen aan de impact van de maatschappelijke realiteit.
Wat betekent dit nu voor instellingen die wel degelijk met een intersectionele benadering te werk willen gaan? Het betekent een bewustzijn van de maatschappelijke context waarin hun studenten bewegen en de impact hiervan op hun dagelijkse realiteit. Het betekent een erkenning van de maatschappelijke grenzen waar sommige studenten tegenaan lopen om vervolgens te onderzoeken waar de mogelijkheden liggen om hen toch te ondersteunen in het realiseren van hun ambities. Maar misschien nog belangrijker, het betekent het besef dat er geen universele formule is om studenten voor te bereiden op hun professionele context. Het kan zijn dat er verschillende invalshoeken nodig zijn en dat per context bepaald moet worden wat in die context werkt. Alleen kan dan recht worden gedaan aan de realiteit van diversiteit.